Elektromagnetische debietmeter
Toepassingen
- Watermeters
- Water en afvoerwater
- Districtmeters
- Industriële procesvloeistoffen, slurry en beton
Bijzondere eigenschappen
- Geen upstream en downstream leidingen vereist
- Goedgekeurd voor custody transfer (MID MI-001, OIML R49)
- Nauwkeurige lage debietmeting
- Behuizing van roestvrij staal met ebonietcoating
Omschrijving
Elektromagnetische debietmeters zijn gebaseerd op het principe van Faraday, waarbij een geleider die een magnetisch veld doorkruist een potentiaal genereert dat loodrecht op dat veld staat.
De stromingsbuis is omgeven door twee flenzen en twee spoelen. Het magnetische veld dat wordt opgewekt door de elektrische stroom die door de spoelen loopt veroorzaakt een potentiaalverschil in de elektroden die proportioneel is aan het debiet dat gemeten wordt.
Een WIKA-signaalomvormer, direct op het instrument bevestigd of ervan gescheiden (bijv. type FLC-608), genereert de stroom om de magnetische spoel te voeden, detecteert het potentiaalverschil tussen de elektroden, verwerkt het signaal om het debiet te berekenen en beheert de communicatie met de externe regelsystemen.
Magnetisch-inductieve debietmeters hebben geen bewegende interne onderdelen en hebben dus een zeer laag drukverlies. OIML R-49 staat een maximaal drukverlies van 630 mbar met een debietsnelheid van ca. 8 m/s toe.
De stromingsbuis van het type FLC-2300 beschikt over een conisch profiel, dat de stroming versnelt en het signaal aan de elektronen versterkt. Door dit speciale kenmerk heeft de debietmeter van het type FLC-2300 een drukverlies van minder dan 250 mbar bij een snelheid van 8 m/s.
Bij debietsnelheden van minder dan 1 m/s is het drukverlies altijd minder dan 10 mbar.
Het conische profiel van de stromingsbuis zorgt voor een flexibele werking op verschillende toepassingsgebieden, omdat er geen upstream of downstream leidingen nodig zijn.
Het onderhoudsvrije meetinstrument is geschikt voor gebruik in putten, voor ondergrondse toepassingen en voor permanente onderdompeling onder water.
Zeer kleine doorstroomvolumes kunnen precies en herhaaldelijk worden gemeten, zelfs in moeilijke toepassingen met vaste bestanddelen in het medium.